Gebruikelijk loon 2025: wat moet jij als DGA jezelf uitkeren?

Wat is het gebruikelijk loon? 

Volgens de wet moet je als DGA een loon ontvangen dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van jouw werkzaamheden. Dit is geregeld in artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964. 

De Belastingdienst stelt hier een minimumbedrag voor vast: 
In 2025 is het minimale gebruikelijk loon vastgesteld op € 56.000 (bedrag onder voorbehoud van definitieve publicatie in het Handboek Loonheffingen 2025). 

Maar dit is niet altijd het loon dat je moet hanteren. De regeling kent een drietal toetsingscriteria. 

Hoe bepaal je het juiste gebruikelijk loon? 

De hoogte van het gebruikelijk loon wordt bepaald aan de hand van de hoogste van de volgende drie bedragen:

1. 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking 
   ➝ Denk aan iemand met dezelfde functie, ervaring en werkzaamheden in loondienst bij een ander bedrijf. 

1. Het hoogste loon van de overige werknemers binnen jouw bv (of een verbonden vennootschap) 
   ➝ Dit voorkomt dat jij jezelf minder loon geeft dan bijvoorbeeld je financieel manager. 

1. Het wettelijke minimum: € 56.000 in 2025 
   ➝ Dit is het minimumbedrag dat de Belastingdienst hanteert als ondergrens. 

De hoogste van deze drie geldt als jouw gebruikelijk loon, tenzij je aannemelijk kunt maken dat een lager bedrag passend is. 

Wat is er veranderd sinds 2024? 

Tot en met 2023 gold er een versoepeling: je mocht jezelf 75% van het loon uit vergelijkbare dienstbetrekkingen toekennen, met een minimum van € 48.000 (2023). 

Sinds 2024 is deze 75%-regeling vervallen. 

Je moet nu dus het volledige loon uit vergelijkbare dienstbetrekkingen als maatstaf nemen, tenzij je overtuigend kunt onderbouwen dat dit niet redelijk is. 

Gevolg: veel DGA’s moeten hun salaris verhogen als het niet meer onder het oude regime valt. 

Wanneer mag het gebruikelijk loon lager zijn? 

In sommige situaties mag je toch een lager loon hanteren, maar alleen als je dit met concrete gegevens kunt onderbouwen. Voorbeelden: 

• - Je werkt parttime (deeltijdtoets)

• - Je bedrijf maakt structureel verlies of heeft onvoldoende liquiditeit 

• - Je functie is beperkt qua aard en omvang (bijvoorbeeld puur adviserend, of tijdelijk) 

Let op: het moet goed onderbouwd zijn met bijvoorbeeld arbeidscontracten, functieprofielen of financiële gegevens. De Belastingdienst kan bij twijfel correcties opleggen, inclusief naheffingen en boetes. 

Hoe zit het met startende bv’s? 

Voor starters biedt de Belastingdienst soms ruimte om tijdelijk een lager loon toe te passen, vooral als er nog geen winst is of beperkte kasstromen. Dit moet wél goed gemotiveerd worden. 

Een veelgebruikte aanpak is om in het eerste jaar het loon te baseren op liquiditeit, en vervolgens mee te groeien met de prestaties van de onderneming. Overleg dit altijd met je adviseur. 

Let op bij dividenduitkeringen 

Keer je dividend uit terwijl je jezelf een relatief laag loon toekent? Dan ligt een correctie op de loonsom al snel op de loer. De Belastingdienst kijkt kritisch naar situaties waarin het privévoordeel via dividend wordt behaald, terwijl het salaris kunstmatig laag blijft. 

Hoe voorkom je fouten (en onnodige belastingdruk)? 

•  
• - Bepaal jaarlijks opnieuw het gebruikelijk loon op basis van de drie toetsingscriteria
• - Leg je keuzes vast in de administratie of via een onderbouwde loonbepaling
• - Stem af met je accountant of fiscalist, zeker bij wijziging in functie, omzet of structuur
• - Houd rekening met dividendplannen: het juiste loon voorkomt fiscale discussies 

Hulp nodig? 

Het bepalen van een passend en verdedigbaar gebruikelijk loon is maatwerk. Wij helpen je graag om dit correct in te richten, met oog voor de fiscale regels én je cashflow. 

Neem gerust contact op voor een check van je huidige situatie of een second opinion.